Afval scheiden

De Wet milieubeheer bestaat ter bescherming van het milieu. Binnen deze wet is onder andere 'de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen' opgenomen. Daarmee bestaan er regels die u verplichten om doelmatig om te gaan met uw afvalstoffen.

Scheiden bedrijfsval

Tijdens een bedrijfsbezoek kan de OD NHN nagaan of er binnen uw bedrijf mogelijkheden bestaan om het ontstaan van afval te verminderen of voorkomen. Daarnaast controleert de OD NHN ook of u uw bedrijfsafval gescheiden houdt.

Afval moet u altijd gescheiden aanbieden. Dat proces kan u voordelen opleveren. Zo rekenen inzamelbedrijven een lagere prijs voor het ophalen van uw bedrijsafval, wanneer u het gescheiden aanbiedt.

Toch hoeft u niet altijd uw afval gescheiden af te geven. Dat geldt in de volgende situaties:

  • Als hergebruik van uw bedrijfsafval niet mogelijk is

  • Als de meerkosten niet redelijk zijn (meer dan € 45,- per ton afval extra)

  • Als gescheiden inzameling organisatorisch niet mogelijk is

  • Als u te weinig bedrijfsafval heeft

Regels afvalscheiding

U bent verplicht uw bedrijfsafval te scheiden, zodat het op de juiste manier verwerkt kan worden. Wanneer afvalstoffen gescheiden worden kan het afvalbeheer op een veilige manier plaatsvinden. Daarnaast kan er zoveel mogelijk gerecycled worden. Afvalscheiding is dus essentieel voor het bereiken van een circulaire economie.

Sinds 2 maart 2021 gelden er nieuwe regels omtrent afvalscheiding. Welk afval u moet scheiden hangt af van uw situatie. Hoe afval gescheiden moet worden staat in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP 3). In de wet staat een lijst met de afvalcategorieën die bedrijven moeten scheiden. Gevaarlijk afval moeten bedrijven altijd gescheiden afvoeren. Bedrijfsafval moet worden gescheiden, als het Landelijk afvalbeheerplan dat aangeeft.

In het Landelijk afvalbeheerplan is verder uitgewerkt wanneer bedrijven de afvalcategorieën moeten scheiden. Dat is gebaseerd op de hoevelheid, de manier van vrijkomen en de kosten. Het doel van de nieuwe regels is dat deze duidelijker en beter uitvoerbaar zijn voor zowel de ondernemer als de toezichthouder.

Om te zien welke regels voor uw bedrijf gelden, kunt u hier de Afvalwijzer invullen.

Inzameling bedrijfsafval

Niet iedereen mag zomaar afval ophalen. Uw bedrijfsafval mag alleen worden opgehaald door een erkende inzamelaar.

Bent u lid van een brancheorganisatie? Dan kunnen zij u helpen bij het vinden van de juiste inzamelaar. U kunt ook kijken op de VIHB-lijst of in de Gouden Gids voor het vinden van een juiste inzamelaar.

Wilt u zelf een bedrijf opstarten dat zich bezighoudt met het vervoeren, inzamelen, handelen of bemiddelen van bedrijfs- of gevaarlijke afvalstoffen? Dan moet u zich melden op een landelijke lijst (de VIHB-lijst).

Directe lozingen afvalwater

Het bevoegde gezag voor directe lozingen op het oppervlaktewater is de waterkwaliteitsbeheerder. Voor de regionale wateren is dit in ons gebied het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) en voor het hoofdwatersysteem Rijkswaterstaat IJsselmeer (RWS). Deze instanties beoordelen of voor de afvalwaterlozing een watervergunning in het kader van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) nodig is. Tot voorheen was dit een lozingsvergunning in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo).
Het aanvragen van een watervergunning en het verrichten van handelingen in het watersysteem gaat via het Omgevingsloket. Bekijk deze link van Infomil voor meer informatie over wetgeving rond dit onderwerp.

 

Indirecte lozingen afvalwater

Indirecte lozingen zijn lozingen die niet direct op het oppervlaktewater uitkomen, maar bijvoorbeeld eerst op een tussenliggend (zuiverings)werk van een bedrijf. Met de inwerkingtreding van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), vallen indirecte lozingen onder de Wet milieubeheer en is de gemeente bevoegd gezag geworden.
Voorschriften voor de indirecte lozingen binnen inrichtingen staan in het Bal, of in de voorschriften van een omgevingsvergunning ‘milieu’ (als een bedrijf deze vergunning heeft). 
Voor indirecte lozingen buiten inrichtingen moet een ontheffing op grond van het Bal aangevraagd worden. Voor een aantal indirecte lozingen bij bodemsanering en proefbronneringen (bijvoorbeeld tankstations, scheepswerven) is een melding in het kader van de (bruidsschat) Waterschapsverordening genoeg.