Meest gestelde vragen
Door op de vraag te klikken, krijgt u het antwoord.
Procedure en werkwijze
Regelmatig vraagt men of er voor een project een omgevingsvergunning of advies met instemming nodig is. Het antwoord dat er geen vergunning of advies met instemming nodig is zonder dat hier een officiële aanvraag aan ten grondslag ligt, is een bestuurlijk rechtsoordeel. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland geven met ingang van 1 augustus 2021 geen bestuurlijke rechtsoordelen meer. Dat komt omdat de rechtsbescherming onzeker is. Wel wordt algemene informatie gegeven. Daarmee kan de vraagsteller of een gemeente zelf vaststellen of een vergunning of een advies met instemming nodig is. Initiatiefnemer of gemeente kan aan de hand daarvan bepalen of een aanvraag wordt ingediend of advies met instemming nodig is.
Als er geen vergunning nodig is en wel een aanvraag wordt ingediend of een advies met instemming wordt gevraagd, volgt een positieve weigering. Een positieve weigering is een besluit waarin de Gedeputeerde Staten de aanvraag voor een vergunning afwijzen, omdat voor een project geen vergunning nodig is. Een positieve weigering kan voorwaarden of beperkingen bevatten. Tegen een positieve weigering staat bezwaar en beroep open.
Per 1 januari 2020 bent u bij bepaalde aanvragen leges verschuldigd. De provincie Noord-Holland stelt de legesverordening met de bijbehorende legestabel op. De bedragen zijn afhankelijk van het type aanvraag. Er geldt in veel gevallen een gereduceerd tarief voor particulieren. Meer informatie en de tarieven zijn te vinden op deze pagina van de provincie Noord-Holland.
Voor vragen over de leges kunt u zich richten tot de provincie Noord-Holland.
De provincie is bevoegd gezag voor de projecten die binnen de provinciegrens plaatsvinden waarbij natuurbescherming een rol speelt. De omgevingsdienst is door de provincie gemandateerd om de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving uit te voeren binnen de provinciegrenzen. Dat betekent dat de omgevingsdienst beslist over een aanvraag of handhavingsverzoek waarvoor de provincie het bevoegd gezag is.
Het Rijk is het bevoegd gezag voor de Rijks-, spoor- en hoofdvaarwegen, militaire terreinen, gastransportnet, hoogspanningsleidingen, delfstoffen en bepaalde visserijvormen. Aanvragen die betrekking hebben op deze zaken, worden door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) behandeld. Meer informatie over hun taken met betrekking tot natuurbescherming is te vinden op deze website van het RVO.
Als via het DSO een aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend, waarbij verschillende bevoegde gezagen een beslissing moeten nemen, dan is het meestal de gemeente die de omgevingsvergunning afgeeft. Als bij de aangevraagde activiteit beschermde planten of dieren in het geding zijn of er zijn negatieve effecten op Natura 2000-gebieden, wordt bij de aanvraag ook een onderdeel natuur ingevuld. Gedeputeerde Staten blijft in dat geval bevoegd gezag voor het onderdeel natuur.
De gemeente vraagt in deze gevallen bij de OD NHN om een Advies met instemming. Dat verzoek wordt, door de gemeente via de samenwerkingsruimte van het DSO, aan de OD NHN aangeboden met de benodigde informatie uit de aanvraag.
De OD NHN geeft een reactie en stelt een advies op. Het advies, meestal in de vorm van voorschriften, gaat onderdeel uitmaken van de omgevingsvergunning. De gemeente voegt deze toe aan de omgevingsvergunning, neemt het besluit en stelt de initiatiefnemer op de hoogte. In geval van bezwaar en/of beroep op het afgegeven advies ondersteunt de OD NHN de gemeente.
U kunt een vergunning aanvragen via deze website van het DSO.
Als u voorafgaand aan een aanvraag uw project wilt doorspreken, kunt u een vooroverleg aanvragen. Wij kijken hierbij mee met de stukken en geven onze bevindingen door. Daardoor zal de aanvraag naar verwachting tot minder vragen leiden, waardoor de doorlooptijd verkort wordt. Ook kan worden voorkomen dat er al voor een richting wordt gekozen, die naar verwachting niet vergunbaar is.
Bij een vooroverleg is het van belang dat er al enige duidelijkheid over het project is. Daarnaast heeft de OD NHN slechts een toetsende rol; wij denken mee, maar geven geen ecologische adviezen en stellen geen ecologische rapporten op. Dat past niet bij de rol van de OD NHN. Zo voorkomen wij dat we ons eigen werk keuren.
Voor ecologisch advies en het opstellen van rapporten kunt u zich richten tot ecologische adviesbureaus. Deze kunt u onder andere vinden bij de brancheorganisatie Netwerk Groene Bureaus (www.netwerkgroenebureas.nl/ledenlijst).
U kunt via het DSO en met dit formulier op onze website een omgevingsoverleg aanvragen voor uw project.
De wettelijke termijn voor de beslissing op uw aanvraag voor een flora- en fauna-activiteit is 8 weken na ontvangst van uw aanvraag. Het bevoegd gezag kan de termijn met eenmaal 6 weken verlengen. Als wij de termijn verlengen, ontvangt u daarover een brief. De termijn kan opgeschort worden wanneer wij tussentijds om aanvullingen vragen. Dat staat verder omgeschreven in het verzoek om aanvullingen.
Als een aanvraag te maken heeft met een Natura 2000-activiteit (hier valt ook stikstof onder), wordt deze aanvraag behandeld met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV). Daarop zijn geen uitzonderingen mogelijk. Dat is het gevolg van een uitspraak van de Raad van State. Voor aanvragen in het kader van gebiedsbescherming geldt daarom een beslistermijn van zes maanden. Tijdens de procedure wordt een ontwerpbesluit ter inzage gelegd en kunnen er zienswijzen ingediend worden. De termijn kan opgeschort worden als wij tussentijds om aanvullingen vragen. Dat staat verder omgeschreven in het verzoek om aanvullingen.
De UOV kan ook worden toegepast op flora- en fauna-activiteiten. Als dat het geval is, ontvangt u hierover een brief.
Ja. Kijk voor meer informatie over:
- soortenbescherming bij evenementen op deze pagina van de OD NHN;
- gebiedenbescherming bij evenementen op deze pagina van de OD NHN
Gedeputeerde Staten van de provincie waarin het project plaatsvindt, vraagt instemming aan andere provincies als dat project provinciegrensoverschrijdende effecten veroorzaakt.
Overlast van meeuwen kunt u melden bij uw gemeente. De gemeente zal vaak niet veel kunnen doen, omdat de meeuwen beschermde vogels zijn. Dat geldt ook voor hun nesten en eieren. Het verkrijgen van een vergunning om overlast van meeuwen tegen te gaan is daarom in veel gevallen niet mogelijk. Soms kunnen er wel preventieve maatregelen genomen worden, bijvoorbeeld in de afvalvoorzieningen.
De OD NHN kan echter in sommige gevallen een vergunning verlenen. Dat kan alleen als:
-
Er al aantoonbaar diverse maatregelen genomen zijn om de overlast tegen te gaan, zoals netten op daken, vliegers, schriklinten, flitsmolens, etc;
-
De volksgezondheid of de openbare veiligheid in het geding komt;
-
De meeuwensoort niet in een ongunstige staat van instandhouding verkeert (informatie in te winnen via deze website van Sovon) en door de verjaging ook niet in een ongunstige staat van instandhouding komt.
De natuurbescherming richt zich op in het wild voorkomende soorten. Verwilderde tamme (huis)dieren (zoals katten en verwilderde stadsduiven) vallen hier dus niet onder. Deze dieren vallen onder de bepalingen van de Wet dieren.
Wel is de zorgplicht, die is opgenomen in de Omgevingswet, van toepassing op álle dieren, dus ook op de verwilderde tamme (huis)dieren. Ook zijn regels opgenomen over het doden en vangen van dieren die voor alle dieren gelden.
Vellen is hetzelfde als kappen, het verwijderen of neerhalen van bomen.
Die wachtverplichting is bedoeld om het bevoegd gezag de tijd te geven om de kap te controleren en eventueel een kapverbod in te stellen.
Dunnen is het vellen van bomen als bosbouwkundige ingreep om de groei van andere bomen te bevorderen. Ook het kappen van verjongingsgaten valt onder dit begrip, als het vellen van de bomen bedoeld is om verjongingsgaten te creëren. Verjongingsgaten zijn gaten die in een bos worden gekapt, zodat de zon de bosbodem kan bereiken. Daardoor krijgen zaailingen de kans om zich te ontwikkelen tot volwassen boom. Zo ontstaat er een bos met variatie in onder andere leeftijd.
Verjongingsgaten mogen niet groter zijn dan 3 maal de boomhoogte en mogen maximaal 0,25 hectare zijn. De gezamenlijk oppervlakte mag niet meer beslaan dan 10 procent van het betreffende bosperceel. Het kappen van deze verjongingsgaten mag maximaal 1 keer per 4 jaar gebeuren.
Als de te kappen houtopstand in hoeveelheid en kwaliteit ergens anders wordt vervangen. Dus op de ene plek verdwijnt er een bepaalde oppervlakte bos van een bepaalde type en kwaliteit, maar op een andere locatie wordt deze oppervlakte aan bos opnieuw geplant. Deze moet wel in verhouding staan met de de gekapte bomen, qua type/kwaliteit. Alleen dan is er sprake van compensatie.
Compensatie hoeft niet in dezelfde gemeente plaats te vinden. Compensatie mag overal. Het heeft wel de voorkeur dat dit binnen Noord-Holland plaatsvindt, maar is niet verplicht.
Hakhout is hout dat gekapt wordt van bomen en struiken voor gebruik. De boom wordt daarbij niet helemaal gekapt, maar tot net boven de stambasis. De meeste loofbomen lopen weer uit, als ze tot vlak bij de grond worden afgezaagd. Op de stobbe (boomstronk) ontstaan dan weer nieuwe stammen. Hakhout is een vorm van houtopstand en daarmee een vorm van bosbeheer.
Er kunnen verschillende bebouwde kommen zijn binnen één gemeente, zoals de bebouwde kom Wegennet en de Wegenverkeerswet. Voor houtopstanden is de bebouwingscontour houtkap van toepassing om te bepalen of een melding ingediend moet worden.
De bebouwingscontour houtkap en de bebouwde kommen worden door de gemeente zelf bepaald. Er kan een verschil zijn tussen de bebouwingscontour houtkap en andere bebouwde kom. Als de gemeente het bebouwingscontour houtkap wijzigt, verzoeken wij de gemeente dat door te geven aan de OD NHN via postbus@odnhn.nl.